Ipswich-Boulogne-Sur-Mer (100 Nm). Vrijdag 13 april/Zaterdag 14 april. Het is helemaal blak (windstil) als we ’s ochtends wakker worden.
We willen vroeg vertrekken, maar bij de motor check staat de lekbak onder de motor helemaal vol met water. Het lijkt op lekkage bij de impeller. Fred gaat naar de plaatselijke Volvo Penta dealer en komt terug met een rubberen ring. Deze ring sluit het asje af. Eerst de afsluiter dicht en dan met een ietwat verbogen theelepeltje het oude ringetje er uit zien te halen. Uiteindelijk lukt het ons. Snel weer het nieuwe ringetje erop, impeller er weer op en dekseltje er weer voor. Afsluiter open en hopelijk is het nu weer helemaal goed. Vanavond nog maar even kijken.
Dan varen we de 4,5 Nm van de Orwell River af. Er liggen bij Felixstowe hele grote containerschepen. Het laden van containers gaat in een behoorlijk tempo.
Het is helemaal windstil. We varen op de motor en dat heeft als voordeel dat ik nu ook de iPhone mee kan laten lopen voor de route. Achteraf kunnen we dan mooi zien waar we zijn geweest.
Voor ons ligt een enorm windmolenpark-in-aanleg. Er liggen twee grote passagierschepen bij. Zeker voor het personeel. We doen een oefening alsof we in hele dichte mist varen. We zien de volgende boei niet liggen dus we doen een peiling naar achteren op de boei die we net gepasseerd hebben. Als we nu afwijken van die peiling, dan moet de stuurman iets naar stuurboord of iets naar bakboord. Het is een prachtige oefening, maar wij brengen het er niet helemaal goed vanaf. We varen een achtje in plaats van een mooie rechte lijn naar de volgende boei. Het is toch moeilijker dan wij dachten.
We zien op 15 mijlen Ramsgate al liggen. We komen steeds dichterbij en de kruitrotsen steken fors uit zee omhoog. Een magnifiek gezicht. Nadat we bij ramsgate een vaargeul zijn overgestoken ontstaat er een discussie waarom we niet gewoon in één keer naar Bourlogne oversteken. Nu gaan we naar Dover, dan een paar uurtjes slapen en dan weer vroeg oversteken naar Frankrijk. Als we nu doorvaren in de nacht komen we rond een uur of twee of drie aan in Bourlogne sur Mer. Dan kunnen we nog tot 10 uur in ons bed blijven liggen. De discussie duurt niet lang. Iedereen is voor.
We kijken even in de Reeds of we Bourlogne ten allen tijde kunnen aanvaren. Het blijkt dat de haven 24 uur per dag bereikbaar is en op het laagste waterpeil nog steed 6,5 Meter water in de haven heeft staan. Diep genoeg voor ons jachtje met een geschatte diepgang van 2 meter. Ik ben de navigator en zet een haakse koers uit over de shippinglanes die we moeten kruisen in het kanaal. We moeten 140 graden op het kompas varen. De eerste shippinglane is 4,5 mijl breed , dan een berm en dan nog 3,5 mijl voor de andere shippinglane. Zeilen we dus zo’n kleine 2 uur in de shippinglanes.. Ergens in het midden zien we een boei staan. Als we die peilen op 45 graden dan zitten we precies in het midden van de berm. Het kanaal is niet erg breed en dat merk je aan de stroming, maar ook vooral dat je Frankrijk al snel ziet liggen. Bij de haven van Calais komt een enorme oranje gloed van de kant. Vast heel veel lantaarnpalen?
Onderweg komen we nog een bijzondere sleep tegen. We zoeken in de boeken naar de lichten en uiteindelijk vinden we het juiste schip. De sleper zelf helpt ons ook nog een handje door een enorme schijnwerper aan te zetten zodat we heel goed zijn sleep kunnen zien. Een kermis aan lichten op zo;n sleep.
Ik stuur de haven van Boulogne in op zoek naar de lichtenlijn, maar dat is nog niet erg gemakkelijk met alle lichten op de kade. Er staat op een flat en rood licht en daar hoort een klein groen licht bij. Na lang zoeken vinden we uiteindelijk het lichtje. Eénmaal in de haven is het een drukte van belang. De kleine vissersboten aan de kade worden geladen en vertrekken naar open zee om te gaan vissen.
Dat het laat is, is wel te merken. Ik vaar de boot op een mooie en rustige manier precies op zijn plekje, maar niemand doet iets met de lijnen. De accu’s van ons zijn allemaal leeg. Alef gooit een lijn om de voorste bolder en legt deze terug op de middenbolder. Aan de achterkant gaat het al niet beter. Als ik dan zelf de lijn ga losmaken, stampt iedereen op de losse drijvende steiger en val ik bijna in het water. Ik ga snel op mijn knieen zitten en iedereen schiet in de lach. We maken er een potje van. Na een half uurtje ligt de boot dan toch netjes aan de lijnen en lachen we nog wat na.
Nu snel het bed in. Morgenochtend de boot nog schoon maken, inpakken en met het busje naar Nederland terug. Het is jammer genoeg al weer voorbij.