Vrijdag, zaterdag 19 en 20 oktober 2012. Cowes – Boulogne sur Mer (112 Nm) (fotos). We staan laat op. We hebben nog de hele dag. Het is buiten erg triestig weer. Echt Engels weer. Beetje druilerig.
We slenteren langs de winkeltjes en we gaan als eerste naar de meest beroemde fotograaf en zijn winkeltje (Beken of Cowes) op de wereld. Deze fotograaf had een speciaal apparaat ontwikkeld waarmee hij in de golven toch hele mooie foto van boten kan maken.
Er staan prachtige foto’s in de etalage. We gaan ook even naar binnen. Hele mooie foto’s van wedstrijden met meer dan 1000 boten.
Als we buiten komen is het druilerige weer iets druiliger geworden. We lopen de straat uit en lopen naar de plek waar alle wedstrijden in Cowes beginnen. Normaliter staan er dan een rijtje kanonnen, maar helaas zijn die voor groot onderhoud verplaatst naar de werkplaats. Helaas voor ons. We nemen de waarschuwing nog wel ter harte “WARNING: starting cannon may fire at any time”.
We lopen snel terug naar de boot. Trekken de natte jassen uit en gaan ons bezighouden met de planning voor de komende avond en nacht. De wind neemt steeds meer af. We vertrekken in de schemer. Anne en ik hebben alles tot in de puntjes voorbereid, maar eenmaal buiten is het toch best lastig dit allemaal terug te vinden. Aan bakboord zien we een grote vierkante doos (een autoboot) aan ons voorbij komen. We hebben het wachtschema ook ingedeeld en ik ga slapen. Ik heb dienst van 12:00 tot 04:00 uur. Weinig wind en een ingewikkeld zeilgebied. Je moet de aandacht er goed bijhouden. Ik word om 23:45 wakker gemaakt. Ik heb samen met Anne dienst. Ik begin met sturen. Het wordt steeds lastiger om te zeilen. Uiteindelijk besluiten we de zeilen te strijken en verder te varen op de motor. We moeten tenslotte in Boulogne aan zien te komen. We varen nog steeds op gegist bestek. In het donker zien we niets. We zien wel een boot recht op ons afkomen. We varen 90 graden naar bakboord en het gevaar lijkt geweken en we gaan weer terug naar de koers. Dan liggen we weer op ramkoers. Onze conclusie: we hebben te maken met een vissersschip die ergens voor ons heen en weer aan het varen is. We laten het dan maar zoals het is. We raken hem tenslotte kwijt.
We zien een vuurtoren. Op de kaart zoeken we hem op en ik doe een peiling met verzeiling. Ik noteer de tijd en de logstand en 15 minuten later weer een peiling. Die zet je dan uit in de kaart en dat weet je redelijk waar je zit op de kaart.
We zijn in de buurt van de Shipping Lane. We moeten de Lane haaks oversteken. De lane is iets van 8 mijlen breed en we doen er op de motor iets meer dan een uur over. We zien de Franse kust al verschijnen. De shipping lane bestaat uit een dubbele baan. De tweede baan duurt ook nog weer een uur. De wind is nog steeds weg.
De haven van Boulogne heeft een bijzondere ingang. Je moet hier behoorlijk rekening houden met de stroming. Het lijkt alsof je zo dwars tegen de zeewering aanvaart, maar door de stroming word je helemaal naar bakboord gezet en komen we precies voor de ingang van de haven uit. We zoeken een plekje en om 15:00 uur leggen we aan in Boulogne. Einde van de reis. 318 zeemijlen gezeild en 17 uur in de nacht gevaren.
Arnold pakt iets uit de boot en zakt dan door het schotje waarop Anne ligt te slapen. Het was al niet een sterk plankje, maar nu kun je er helemaal niet meer op slapen. We stellen voor het te repareren, maar dat blijkt op dit tijdstip (een uur of 5) niet zo gemakkelijk. De Gamma is een paar kilometer rijden met de auto en die hebben wij niet. Dus dan maar creatief met plakband en een afgeschreven schutting die toevallig bij de jachthaven ligt. Het ziet er weer goed stevig uit en Anne kan nog een nacht lekker slapen.
We gaan gezellig de stad in. We zijn op zoek naar een cafe, maar dat is een concept dat niet is aangeslagen in Boulogne. Uiteindelijk vinden we naar een behoorlijke omzwerving in het stadje een klein cafeetje. Er blijkt iemand 50 te zijn geworden (wij dachten 70) en wij zijn dus plotseling beland in een Franse cafe verjaardag. De een na de andere taart wordt aangesneden en wij krijgen ook een stukje en nog een stukje en nog een stukje. De mannen drinken bier en er gaat toch redelijk veel in, maar de teksten worden steeds moeilijker.
Dan worden we uitgenodigd om mee te gaan naar een disco. Ergens in de stad achter een anonieme deur schuilt een disco. Ik ben toch echt te oud voor een disco. Al die jonge mensen, homo’s en lesbo’s. Ik vind het heel gezellig, maar ben wel blij dat ik thuis gewoon zaterdags op de bank tv zit te kijken.
Om half twee lopen we terug naar de boot. Het gaat allemaal iets moeilijker, maar uiteindelijk lopen we de steile steiger naar de boot af. We liggen om half drie in bed. Tot morgen.