Zondag 10 april 2011. Waddenzee. Het is zeven uur als ik wakker wordt. Floris wordt ook wakker. We kleden ons aan en lopen even naar het toiletgebouw voor de dagelijkse boodschappen. Dan nog even naar het clubgebouw van de watersportvereniging. Het is erg rustig zo vroeg. Als we terug komen bij de boot is Teunie ondertussen ook wakker geworden. We zetten water op voor een lekker bakje thee en bespreken even met elkaar wat we nu gaan doen.
Vandaag een dagje op de Waddenzee. Dit keer vaar ik de boot bij de steiger weg. We varen de haven uit richting de sluis. De sluis ligt om het hoekje van de haven. Teunie gaat de boot de sluis invaren. De deuren van de sluis gaan open en de zilte zeelucht komt ons al tegemoet. Het gaat niet helemaal goed, maar dat mag de pret niet drukken.
Het is laag water en dus wordt het vloed. Daardoor hebben we stroming tegen. In het getijdenboek hebben we per uur opgezocht wat de stroming zal zijn. Het begint bij een halve knoop en op het hoogtepunt hebben we bijna 2 knopen stroming. We rollen de zeilen uit en ook nu maar even de motor standby. Als blijkt dat we toch nog best zeilen, gaat de motor gewoon uit. We lopen 5 knopen door het water en de stroming houdt ons maar beperkt tegen. Hoe later het wordt hoe meer we de stroming ervaren. Uiteindelijk neemt de wind iets af waardoor we wel 2 knopen door het water gaan, maar met 2 knopen stroming tegen, staan we feitelijk stil.
Om te weten waar we ons bevinden doen we een aantal peilingen. Die peilingen zetten we dan uit op de kaart en daardoor weten we precies waar we zijn. We peilen de vuurtoren van Schiermonnikoog op 50 graden. Als Teunie echter kijkt met haar brilletje ziet zij een peiling van 350 graden. We kunnen het eigenlijk niet geloven, maar als we allemaal zelf de bril van Teunie opzetten zien we het met eigen ogen. Een hele rare gewaarwording. Ik snap echt niet hoe dat nou kan.
Aan het begin van het Westgat besluiten we terug te gaan naar de haven. We gaan overstag en zeilen nu met 2 knopen extra snelheid in ons voordeel. We varen nu rond de 4 knopen door het water en over de grond zo’n 6 knopen. Dan schiet het weer op. We willen rond een uur of drie bij de sluis zijn. daar gaan we over aanleggen. We moeten even wachten op het draaien van de brug en het openen van de sluis. We liggen een beetje in de luwte en het zonnetje straalt lekker warm op ons af.
Teunie gaat in de herkansing de sluis in. Nu gaat alles volgens het boekje. We houden de lijnen in de slip vast en we zakken snel in de sluis. Sneller dan ik had verwacht. Na het schutten gaan de deuren open en varen we weer het beschutte Lauwersmeer op. We draaien over bakboord richting de haven en ook nu gaat het aanleggen van de boot niet van een leiendakje. Het is toch wel een lastige ligplaats. Maar geholpen door de wind. liggen we uiteindelijk mooi op de plek. Ook nu weer alles netjes opruimen en Floris zet de beschermkapjes weer over de lieren en het stuurwiel.
We evalueren de beide dagen nog even. We kijken terug op een goed oefenweekend. We kijken nog even voorruit. Voor CWO2 ZZ moet je ook een nacht gezeild hebben. Teunie heeft dat al wel gedaan bij de Zeezeilers van Marken, maar ik heb dat nog niet mogen ervaren. Wilko geeft aan dat hij in de eerste week van juli een tocht heeft staan naar Helgoland. Dat lijkt me leuk om te gaan doen. Ik ben dan ook al bezig voor het CWO3 diploma. Het uiteindelijke doel, het worden van zeilinstructeur, komt dan weer een stapje dichterbij. Het is wel een meerjarenplanning, maar een mens heeft een droom nodig om te leven. Ik koester deze droom. Misschien wordt het wat, misschien ook niet. Ook als het niets wordt was het toch een prachtige droom.
We laden alle tassen weer in de auto en rond vijf uur nemen we afscheid van Wilko en de boot. We rijden weer terug door het weergaloze landschap van Groningen om uiteindelijk via Drachten, Heerenveen weer gewoon in Wezep te belanden.
We kijken voldaan terug op een zeer geslaagd weekend zeilen en dit is zeker voor herhaling vatbaar. Tot een volgend keer.