De zaterdag is de ‘echte’ visserijdag. Ook nu zijn er weer bedrijven die een botter gehuurd hebben. Daarnaast zijn er ook vijf botters in de vrije verhuur. Dagjes mensen kunnen een kaartje kopen en zo een onvergetelijke dag hebben.
Wij beginnen de ochtend met het schippersontbijt. Als het goed is hebben wij bonnen gekregen om te kunnen eten. Maar bijna traditiegetrouw zijn we de kaarten kwijt. Dan maar kijken of we op onze ‘blauwe’ ogen naar binnen mogen. En dat mag. Het is een lekker ontbijt. Met een eitje en een glas versgeperste sinaasappelsap (uit een pak).
Om elf uur krijgen we de groep aan boord. En wie staat daar voor de botter? Precies: Dhr. Visser. Hij zou ook nu wel meekunnen toch? en waarom ook niet. Hij wil wel mee, maar dan wil ie ook de zeilen hijsen en een stuk aan het roer staan. We spreken dat in ieder geval af. Hij belt nog even met zijn vrouw en dan varen we af richting het Wolderwijd.
Voor vijf botters is het de "Eszet stedenbotterrace" en voor ons is het vrij varen op het Wolderwijd. Ook nu prachtig weer. Een mooie wind (iets meer dan drie en soms uitschieters naar vier/vijf) en weer veel zon. Waarom zijn niet alle dagen zoals vandaag.
Omdat de knecht erbij is besluiten we ook de kluiver op te zetten. Daarvoor moet de kluiverboom naar voren worden geschoven. De kluiverboom heet in de jachtwereld een boegspriet. We kunnen halve wind varen richting Zeewolde en weer terug naar Harderwijk. Dhr Visser praat met, naar schatting, iedereen van de opvarenden en vertelt over vroeger en over het leven op zee. We horen meerdere malen hetzelfde verhaal voorbij komen, maar Dhr. Visser kan er geen genoeg van krijgen. Hij geniet zienderogen. Wat is dit leuk.
Ondertussen eten en drinken we en kletsen we gezellig met de groep die we aan boord hebben. Het is een erg gezellige groep die ook wel de handen uit de mouwen wil steken.
Om kwart voor vier leggen we de botter met de kop op de wind en laten de zeilen zakken. Daarna varen we weer richting de haven waar we deelnemen aan het admiraalzeilen. Midden in de haven ligt een botter en wij varen met gehesen fok richting de botter en als we voor de botter zijn laten we de fok zakken en brengen de groet dan aan de admiraal. Leuk voor de mensen op de kade. De opperspreekstalmeester vertelt bij elke botter een verhaal en dat vinden de mensen leuk om te horen.
Nadat we de groet gebracht hebben leggen we de botter op een gunstige plek. De botter blijft hier zondag liggen en ik zal de botter op maandag samen met Coen en Jordi (vriend van Coen) terugvaren naar Elburg.
Nu gaan we eerst met elkaar uit eten. Ik bestel een stoofpotje paling en Teunie ook. Na het eten nog een sorbet. Daarna naar de botter en de spullen in de auto laden en naar huis. Om half tien zijn we dan uiteindelijk thuis. Beetje moe, maar voldaan. Volgend jaar zijn we weer van de partij.