P1000564 We zijn vroeg wakker, maar dat is dan ook het enige wat vroeg is. We moeten boodschappen. Echt een eind lopen. Helemaal om de haven en dan lijkt de supermarkt net een tropisch oerwoud. Het is maar wat je gezellig vindt.

Ondertussen maakt Roger de boot mooi schoon en stofzuigt hij de hutten en de kussens en vist Floris met een wasknijper aan een touwtje en een stukje spek naar krabben en het gaat best goed. Het weer is redelijk goed en de voorspelde onweer zal volgens de weersberichten ook niet komen.

Uiteindelijk varen we net voor twaalf uit de havenbox. In de havenkom hijsen we het grootzeil en leggen dan een reef. Er zijn wel windstoten voorspeld en dat hebben we gewoon teveel zeil. Het is prachtig zeilweer en de dufour zeilt als de beste. Wat een magnifiek schip. Net te duur om zelf aan te schaffen, maar je zou het zo doen. We zetten de fok bij en dan begint de inhaalrace. We halen echt weer iedereen in met onze boot. Beetje arrogant, maar het is toch gewoon zo. We moeten vandaag over het Grevelingenmeer weer terug naar Bruinisse waar de enige sluis ligt om van het Grevelingenmeer af te komen. We varen een beetje aan de wind als er plotseling een bruinvis naast onze boot opduikt. Teunie hoort het typische uitademgeluid en eigenlijk zijn we flink verbaasd dat wij hier in het Grevelingenmeer zomaar een bruinvis tegen het lijf lopen, En toch is het waar.

Voor de sluis van Bruinisse gaan we nog even aanleggen. Floris wil nog even zwemmen bij het strandje. Na een klein half uurtje is iedereen uitgezwommen en varen we de sluis in. De manier waarop we aanleggen is echt handig. We hebben zgn “dikke bertha”, hele grote ronde stootwillen. Je hangt deze dikke bertha achter aan het schip aan bv bakboord en legt dan de lijn om aan meren klaar. Je legt dan de achterlijn vast en de motor blijft stationair in zijn vooruit. Daardoor draait de boot vanzelf in alle rust naar de kant. De voorlijn kun je dan gewoon in alle rust gewoon vastmaken. In de sluis van Bruinisse krijgen we een compliment van de stewards die rond lopen in de sluis om mensen te begeleiden.

Na de sluis zetten we koers naar Zierikzee. We hijsen het grootzeil en de fok rollen we uit en dan varen we scherp aan de wind. We lopen iets meer dan 7 knopen op de Oosterschelde en we zijn in een vloek en een zucht bij de Zeelandbrug. We komen net op tijd voor de brug. We rollen de fok op en gaan dan gewoon zonder wachten onder de brug door. We zeilen nog een paar slagen op de roompot en gaan dan met de kop in de wind en strijken de zeilen. We varen het kanaal in naar de stadshaven van Zierikzee.

We leggen weer voorbeeldig aan. We eten spaghetti en lopen daarna naar het havenkantoor en door Zierikzee. Karel en Roger hebben de afwas gedaan en we zitten gezeillig in de boot te overleggen wat we morgen gaan doen. Het ziet er naar uit dat we naar Vlissingen gaan over de zee, maar we zien wel.