We zijn rond 8 uur wakker. We trekken de tafel omhoog in de kuip. Het washok is wel erg ver lopen en zo kan het dan gebeuren dat we rond 9 uur aan het ontbijt zitten. Wat een luxe. Er staat een redelijk windje. De voorspellingen zijn voor de ochtend en een deel van de middag best goed. Daarna wordt er onweer, zware windstoten en hagel voorspelt.
We varen uit en moeten eerst een kleine reparatie uitvoeren aan de zeilen. Zo’n ˜karretje” in de mast waar de zeilen aan vastzitten is afgebroken. Karel stuurt de boot mooi tegen de wind in. Roger en ik voeren de reparatie uit. Het is snel klaar. We hijsen de zeilen en varen behoorlijk voor de wind. We zetten de bulle talie. Daarmee voorkom je een gijp. Handig zo’n lijn.We krijgen hier en daar nog wat handige tips van Roger. We varen zo’n 4 knopen en de zon brand lekker op onze huid. Ik zet de auto-pilot aan. Lekker makkelijk. De computer houdt het schip nu op koers. Je moet natuurlijk nog wel gewoon opletten, want de computer heeft geen ogen. Hij vaart gewoon recht zo die gaat.
Om één uur varen we het haventje van de archipel binnen. We varen erg rustig, omdat het er maar net iets meer dan 2.50m-3.00m diep is.Met onze diepe kiel van 2.20m komen we dan dicht bij de bodem. De stuurcomputer begint al behoorlijk geirriteerd te piepen. We vragen toestemming om naast een boot te mogen aanmeren en die toestemming krijgen we. We leggen de boot goed vast en doen dan eerst een rondje op het kleine eilandje. Ook hier duiken we weer het Grevelingenmeer in. Het water is zo schoon dat je toch zo 1m-1.5m naar beneden kunt kijken. Ook de bodem is op sommige plekken al goed te zien. De wind trekt ondertussen iets aan en we gaan nu echt zeilen. We gaan nu echt goed schuin. We halen heel veel boten in . We kunnen echt goed scherp zeilen. De lange kiel doet zijn werk. Floris vindt het best een beetje eng en vraagt zich af waarom het gewoon niet rechtop kan. Roger laat zien dat je echt niet bang hoeft te zijn. Hij laat de grootschoot iets vieren en we liggen snel weer gewoon recht. Het helpt Floris een beetje. Het weer verandert erg snel. In de verte zien we hele donkere buien. We schatten in dat die buien aan ons voorbij trekken, maar dan krijgen we via de marifoon een waarschuwing te horen voor hevig onweer en zware windstoten tot 90 km per uur. We rollen de fok op en laten het grootzeil zakken. Nu de zeilen nog mooi droog zijn doen we ook de huik er maar vast op. Staat niet zo goed voor een zeilboot, maar natte zeilen is ook niet alles. Ondertussen trekken we ook onze zeilpakken maar aan. En dan valt de regen met bakken uit de hemel. We varen om 17:00 uur een vluchthaven in om daar te schuilen voor het slechte weer.
Na een klein half uur heftige regen en onweer is alles weer voorbij. Het wordt weer lekker warm en na al die pakken, ook nu nog maar even zwemmen. En we zijn niet de enigen die zwemmen. Van diverse boten springen er mensen in het water. Ik praat gezellig met mijn buurman zeiler en wissel even wat informatie uit. Waar komen we vandaan, wat gaan we doen en wat steekt jullie boot diep. De vrouw in het water geeft als tip mee om er bij de volgende boot wel rekening mee te houden. Goede tip of toch niet. Een diepe kiel zeilt echt veel beter. Na de regen varen we weer uit richting Port Zeelande waar we om half acht aankomen. We roepen de havenmeester op, maar krijgen in eerste instantie geen gehoor. Daarna krijgen we een box. We varen achteruit de haven in en draaien dan langzaam de box in. We leggen de boot aan de vier lijnen en melden ons daarna bij de havenmeester. We blijken 25% korting te krijgen, omdat we gisteren in Bruinisse gelegen hebben. Mooie meevaller. De jongens eten patat in de boot. Teunie, Roger en ik gaan lekker uit eten bij “Le Bateau” Daarna nog even krabben vangen aan een touwtje. Beetje brood aan een touwtje en dan maar laten zakken. Karel en Floris vangen uiteindelijk allebei één krab. Eten we morgen krabburger bij SpongeBob.