Mijn vader belt op met de vraag of we nog naar het landje gaan om te schaatsen. We vragen ons af of het nog kan, maar we besluiten toch maar te gaan. Alle schaatsen weer bij elkaar gezocht en Stefan (van de buren) gaat ook mee. We vragen Wim (de buurman) ook nog. Hij gaat liever wandelen, omdat er toch geen ijs meer ligt.Op het landje aangekomen, zien we toch al veel mensen schaatsen. De kinderen rennen naar het water (ijs) en doen de schaatsen onder. Karel is als eerste weg. Het ijs is niet erg dik meer. Het kraakt enorm. Als er twee mensen bij elkaar staan, schieten de scheuren in het ijs. Na een tijdje zijn er een behoorlijk aantal scheuren bijgekomen. Voor het schaatsen maakt het niets uit. Het is toch wel bijzonder dat schaatsen op natuurijs. De zon staat laag en het waait redelijk hard. Echt het ouderwetse schaatsweer van vroeger.
De Veenendaler heeft de ijszeiler ook bij zich, maar echt goed gaat het niet. Er zijn teveel wakken en richting vaargeul is er te weinig ijs. Je kunt dus niet in volle vaart overstag.
Na een tijdje komen ook de buren aangelopen. Ze hadden toch maar besloten ook even naar Elburg te gaan om te schaatsen. Gezellig. De kinderen schaatsen nu met elkaar en Karel doet een wedstrijd met een onbekende jongen. Karel schaatst die jongen echt keihard voorbij, ondanks het feit dat die jongen wel 50 meter voorsprong had. Je kunt zien dat Karel veel geskeelerd heeft. Coen kliert met Stefan met de stoel. Je maakt vaart en bij de scheur blijft de stoel dan haken achter het ijs. Als je dan in de stoel zit, word je gelanceerd. Erg lachen is dat. Tot het mis gaat natuurlijk en de duwer ook over de stoelzitter heen schiet. Maar dat mag de pret niet drukken.
Zelf schaats ik niet, omdat Karel mijn Noren in gebruik heeft. Zijn eigen schaatsen zijn natuurlijk lang niet zo goed als de schaatsen van zijn eigen vader. We gaan om half vijf terug naar huis. We kijken weer terug op een leuke ouderwetse middag schaatsen.