Vandaag een dagje schaatsen in het openluchtmuseum van Arnhem. Ze hebben daar een schaatsbaan(tje) waarop de kinderen leuk kunnen schaatsen. We hoeven geen schaatsen mee te nemen, want er is een standje waar je voor maximaal een uur schaatsen kunt lenen. Hoe ze dat uur nu controleren is mij onduidelijk, maar goed.
Eerst met de hele familie zegeltjes verzamelen op woensdag. Alle mensen die wij kennen en de Stentor lezen gebeld, voor de oude kranten van de maand december. De opbrengst is overweldigend. Er is een actie. Als je per kaart drie zegeltjes plakt krijgt je per 2 kaartjes, 1 kaartje gratis en met de huidige prijzenstandaard is dat weer mooi meegenomen. Uiteindelijk plakken we 6 kaarten vol. Misschien ook nog voor mensen in de rij. We zien wel.
Mijn zwager Henk (de broer van Teunie) en zijn vrouw Gerrie en zijn 5 kinderen gaan ook mee. Het beloofd weer een gezellige dag te worden. Om kwart voor twaalf spreken we af voor het museum. Wij zijn er precies kwart voor twaalf en mijn zwager staat er al. Zijn vrouw is ziek thuis gebleven. Er staat al een redelijk lange rij voor de ingang, maar als de deuren om twaalf uur open gaan, is de rij zo weg. In de hal staat een mooie ijszeiler.
Floris doet zijn schaatsen onder en stapt op het ijs. Na een half uur komt ie onder het sneeuw weer op de bankjes zitten. Hij stopt ermee. Hij is wel 6 keer gevallen en dat is echt de limiet. Hij heeft het ook koud. Je krijgt van die hockey-schaatsen en dat blijkt nog een hele verandering ten opzichte van noren die ik thuis heb. Ik schaat zelf 1 rondje en houdt het dan voor gezien. Ik koop nooit hockey schaatsen. Teunie zwiert lekker op de kunstschaatsen over de baan. Het wordt steeds drukker en om half twee stoppen we er mee.
We gaan even wat drinken en gaan dan naar HollandRama. HollandRama is een koepel waarin een bewegend platform zit. Dit platform beweegt naar alle kanten en kan omhoog en omlaag. Echt een leuke show.
Daarna gaan we met de tram naar Dingenliefde. Dingenliefde is de berging van het museum waar alle dingen opgeslagen liggen. Je snapt niet wat mensen allemaal opsturen naar het museum. Van orgels, tot kachels, tot potten en pannen, tot kluizen en paardestaart-trekkers, tot fietsen en stoelen.
We lopen verder het museumterrein over. De kinderen mogen nog ergens brooddeeg bakken. Je houdt een stok met brooddeeg boven het vuur. Het duurt even maar dan wordt het brooddeeg bruin en kun je het lekkere warme brood opeten. Voor Floris duurt dat te lang en uiteindelijk zit ik te wachten en eet Floris het op. Floris pest ook nog even de ezel uit de levende kerststal. Floris vindt dat leuk, de ezel niet.
Het wordt al bijna donker. We gaan nog even in de grote molen en lopen dan naar de stal waar je gepofte kastanjes kunt eten. Ze smaken net als aardappelen. Koud vind ik ze toch echt lekkerder. Overal langs de paden staan vuurkorven waar je jezelf even kunt opwarmen.
Om vijf uur staan we weer buiten en hebben we weer een leuke middag achter de rug.