Kampen. Zaterdag 30 juni 2018. We doen met de EB46 mee met de Oostwal botterwedstrijd. Het is de 24ste race en we gaan er van genieten. Meestal hebben we vrijdagavond onweer en is het op zaterdag onstuimig en regenachtig weer. Maar nu is het anders. Er is een windje 2/3 voorspeld, maar het waait zo op het gevoel al wel tegen windkracht 4. De zon schijnt volop en de lucht is blauw. Geen wolkje te bekennen. Het beloofd mooi zeilweer te worden.
We beginnen met het schippersontbijt. Een broodje met spek en ei. Het gaat er in als zoete koek. Nog een kopje koffie en we zijn klaar voor het palaver. We krijgen te horen dat het verschrikkelijk mooi weer en dat het dus waarschijnlijk een verschrikkelijk mooie dag gaat worden. Verschrikkelijker kan het niet worden. We varen een zgn olympische baan met alles er op en eraan. Een rack voor de wind. aan de wind en opkruisen tegen de wind. Starten moet je tussen 12:00 en 12:15 en we varen dus op tijd. Begrijpelijk vanuit de organisatie, maar ik vind een ankerstart toch veel mooier. Dan weet te tijdens de wedstrijd tenminste waar jouw positie is ten opzichte van het veld. Als je dan iemand inhaalt, dan lig je ook 1 plaats hoger op de ranglijst. Nu weet je dat niet, maar ondanks dat is de wedstrijd uiteindelijk net zo spannend.
We krijgen Velthuis adviesgroep aan boord. Tot mijn verrassing is mijn buurvrouw ook uitgenodigd. Door alle handjes geverij herken ik haar eerst niet, maar dan dringt het tot mij door. De mannen en vrouwen van Velthuis willen graag meehelpen. We houden ze aan die afspraak.
We varen af richting Ketelmeer naar de startplek en door de noord-oosten wind kunnen we zeilen op de IJssel. We varen met een gangetje van 5 knopen de IJssel af geholpen door de stroming van 1 knoop. Om 12:05 schieten we door de startlijn en we liggen direct goed voor de bovenste boei. Met 1 slag te gaan, halen we de boei makkelijk. Dan voor de wind. Fok te loevert zetten met de stok (melkmeisje in scherpe jachten taal). Vlak bij boei drie halen we stok uit de fok en loeven we op richting de derde boei. Na het ronden zien we dat de vierde boei best hoog ligt en we kunnen hem niet in één keer aanzeilen. Voor ons liggen een aantal lemmeraken en die varen de boei gewoon aan. Zo’n lemmeraak kan toch echt hoog varen. Wij niet.
Wij varen door tot aan de loswal (Waar de ark van Noach ligt) en gaan dan overstag richting de vierde boei. Alle boeien moeten aan BB gerond worden. We kruisen tegen de wind in naar de 2e boei. We verlijeren te veel en moeten nog een klap maken voordat we 2e boei kunnen ronden. Na de tweede boei terug naar boei 4 en dan weer terug naar boei 2. Als we dan uiteindelijk van boei 4 naar boei 2 terug zeilen, gaan we nog een keer het rondje maken van boei 3 en boei 4. Nu doen we het bij naderen van boei 3 iets anders. We gijpen eerst en halen daarna de stok uit de fok. Dat haalt de druk wat uit de fok, de fok zit dan achter het grootzeil en dat maakt het iets makkelijker de stok uit de fok te krijgen. Na het ronden van boei 3, weer op weg naar boei 4, die nog steeds niet goed aan te zeilen is. Na het ronden van boei 4 zijn we op weg naar de finish. We juichen, maar hebben geen idee van onze positie in het veld. We nemen even aan dat we eerste zijn geworden. Slechter kan altijd nog.
We zeilen terug naar Kampen. Bij het Kattegat de zeilen eraf en dan op de motor terug naar de buitenhaven in Kampen. We kijken achteraf gezien terug op de allermooiste verschrikkelijkste dag van de Oostwal. Nog nooit was het zulk mooi weer en wind. We hebben genoten. Volgens programma is de prijsuitreiking rond een uur of zes, maar traditie getrouw lukt het niet. Dus rond een uur of zeven horen we dat er een computerstoring was en dat het daarom zo lang duurde. We krijgen een schilderijtje voor de Velthuis adviesgroep. We gaan naar huis, Ik rij mee met de buurvrouw. Afgezet voor de deur. Volgend jaar de 25ste editie. Ik kijk er nu al naar uit. Tot volgend jaar.