Enkhuizen. 22 februari 2020. Winterreunie van Vereniging Botterbehoud. We vertrekken rond 9:00 uur uit Wezep. Het waait en regent lekker. Dat belooft wat te worden vandaag. Bij de dijk naar Enkhuizen staat dat je maar 70 km per uur mag rijden en je mag niet inhalen. Toch scheurt een blauwe auto ons met hoge snelheid voorbij en hij blijft ook heel lang op de verkeerde rijbaan rijden. We beginnen bijna de denken dat het een spookrijder is, maar gelukkig gaat de auto uiteindelijk wel weer op de rechterbaan rijden. Het waaien op de dijk valt mee, omdat we de wind behoorlijk mee hebben. Na een uurtje komen we aan in Enkhuizen. we parkeren de auto en gaan naar het restaurant.
Er zijn al een aantal donateurs aanwezig. Wij hangen onze jas op en gaan in de wachtkamer derde klas zitten aan de grote tafel in het midden. We maken kennis met de andere mensen aan de tafel en raken gezellig aan de praat. Onze tafelgenoot komt uit De Rijp, een klein dorpje onder de rook van Alkmaar, de geboorteplaats van Leeghwater.
Karel (Voorzitter VBB) opent de reunie met een openingspraatje en heet ons welkom en geeft het woord aan Jaap. Jaap vertelt ons in het kort het programma van de dag. We horen van Jaap dat er een nieuwe voorzitter wordt gezocht. Karel geeft na 15 jaar het stokje door. Aan wie weten ze nog niet, maar dat krijgen we vast wel te horen.
Na Jaap krijgt Cor het woord. We worden meegenomen in Sail2020 en wat de vereniging allemaal van plan is en wat ze daarvoor allemaal nog moeten doen. Hoe dan ook, alles is op de rit. Er is totaal 850 meter botter (als je ze allemaal achter elkaar legt) en er doen 71 botters mee. We krijgen 350 meter steiger en we liggen in de Sumatrahaven van Amsterdam. Het beloofd een fantastisch evenement te worden. Eigenlijk een sail in een sail.
Daarna een leuk verhaal over Seed Valley. In de Seed Valley-regio – ruwweg tussen Enkhuizen en Warmenhuizen – zijn 40 bedrijven gevestigd die zich hebben toegelegd op de veredeling, productie, bewerking en verkoop van hoogwaardige zaden, stekken en jonge planten. De naam is geënt op Silicon Valley, het hightech industriegebied in Californië. De presentator is van het museum Sow to grow en om 14:15 geeft hij in het museum een rondleiding. Iedereen is van harte uitgenodigd.
Dan beginnen we aan de rondwandeling door Enkhuizen. We worden verdeeld in 3 groepen. We krijgen ons lunchpakketje mee en we starten in een droog maar heel winderig Enkhuizen bij het station.
.We lopen het Snouck van Loosenpark in. Het Snouck van Loosenpark is een van de eerste sociale woningbouwprojecten van Nederland. Het op 5 juli 1897 geopende park bestaat uit 50 ‘arbeiderswoningen’ en 1 ‘opzichterswoning’. De bouw van het Snouck van Loosenpark is betaald door het Snouck van Loosenfonds, beheerder van de erfenis van Margaretha Maria Snouck van Loosen (23 juli 1807 – 30 oktober 1885), de laatst levende van zes (kinderloze) dochters van Cornelia Petronella van Loosen en Samuël Snoeck.
In haar testament was onder andere vermeld dat zij de wil had tot het bouwen en onderhouden van arbeiderswoningen ‘als de stad gronden wil afstaan’. “Elke woning van behoorlijke grootte en ruimte met drie slaapplaatsen en voldoende regenwaterbak en voor lage prijzen te verhuren aan gezinnen, die door duurzame arbeidzaamheid en goed gedrag boven anderen uitmunten“.
Vanuit het Snouck van Loosenpark lopen we naar de Drommedaris. De oude naam van het gebouw is Zuiderpoort of Ketenpoort en later ook Wilgenburg (voor het bolwerk waar de toren bij hoorde). De benaming Ketenpoort verwijst naar de zoutketen ten zuiden van de stad langs de Zuiderhoek. Hier werd zeewater verdampt om het zout te verkrijgen waar haring mee werd geconserveerd. In de 19e eeuw wordt de naam Drommedaris of Domburg gebruikt. Niemand weet waarom.
Aan de Oude Haven ligt, schuin tegenover de Drommedaris (1540), het fraaie Snouck van Loosenhuis. Met zijn 18de eeuwse hoge, natuurstenen voorgevel, zijn gebeeldhouwde daklijsten en aangrenzende koepel onderscheidt de statige koopmanswoning zich sterk van de overige huizen en huisjes langs het water.
We lopen de Sint Jansstraat in waar we even stilstaan bij nummer 9. Het betrekkelijk kleine huis diende als onderkomen voor het bakkersgilde, dat werd gesticht op 19 november 1644. De gevelsteen in het fries boven de onderpui met het wapen van de stad Enkhuizen vermeldt het bouwjaar van het huis: 1639. De gevelsteen was er dus al eerder dan het gilde.
Aan het einde van de Sint Jansstraat nemen we afscheid van onze gids. We lopen de Westerstraat in waar het museum “Sow to grow” is gevestigd. In de voortuin van het museum staan in bakken allemaal koolplanten. Voordat we naar binnengaan, maken we nog even de carnavalsoptocht mee.
Om 14:15 krijgen we een rondleiding door het museum. Marius vertelt heel veel over zaden en rassen. Van selecteren naar veredelen naar uiteindelijk DNA analyse waardoor we steeds meer te weten komen over onze zaden. Dat er veel geld te verdienen valt aan zaden, blijkt wel uit het feit dat een kilo tomatenzaad uiteindelijk via de kassa van de supermarkt meer dan 10 miljoen euro oplevert.
Rond 17:00 uur krijgen we dan een soepje in een wekpot aangeboden. Heel apart, maar de soep smaakt goed. Na de soep krijgen we kleine pannetjes met stoofschotel en vis.Het smaakt allemaal echt goed.
Het is echt gezellig en sluiten af met een kopje koffie. We nemen afscheid van onze tafelgenoten en gaan dan terug naar huis. Het regent ondertussen weer behoorlijk en we hebben nu de wind tegen.
Na een leuke en zinvolle dag komen we moe, maar voldaan weer thuis.Volgend jaar zijn we zeker weer van de partij. Tot volgend jaar.