Het is rond acht uur dat we wakker worden. Ik heb weer als altijd lekker geslapen op de botter. We gaan naar het schippersontbijt. Wim belt dat ie onderweg is en wij gaan vast naar het “Blinde Peerdâ€, een enorme loods die ingericht is met tafels waarop de deelnemende bedrijven gekoppeld zijn aan een botter.
Ik sta in de rij voor mij boterham met ei en spek en mijn glaasje jus. We zitten helemaal achterin. Ik spreek met alle deelnemers en drink een lekker bakje koffie.
Om 9 uur is dan het palaver. We krijgen uitleg over de wedstrijdbaan, of je bijzeilen mag voeren of niet (mag niet) en wie je kunt bellen in geval van nood. Dan lopen we richting de botter. Als iedereen aan boord is vertrekken we richting het wedstrijdveld. Eerst met veel botters tegelijkertijd onder de brug door. Beetje dringen is dat wel maar het is ook een geweldig beeld.
Omdat de wind uit het zuiden komt kunnen we zeilen op de vaargeul en er is een windkracht 3 á 4 en dus hijsen we het grootzeil en de fok en doen dan de motor uit. We lopen in op al onze voorliggers. Eén van de deelnemers denkt dat we al begonnen zijn en hij is al helemaal enthousiast over onze positie. We helpen hem uit de droom.
Om twaalf uur zijn we op de startplek aangekomen. Zoals gewoonlijk hebben we een ankerstart. Om 12:25 klinkt het vijf-minuten-sein, dus nog vijf minuten voor het startschot. Klaarmaken dus. Dat is altijd een spannend moment die vijf minuten. Dan klinkt het startschot en we halen het anker uit de grond, hijsen het grootzeil en dan de fok en we zijn weg, maar het gaat toch minder goed dan verwacht. Het anker heeft zich toch behoorlijk ingegraven en we krijgen het met moeite uit de grond. Daardoor zijn we ondertussen de verkeerde kant opgedreven. We hebben de zeilen over bakboord staan, maar zeilen nu over stuurboord. Dus snel de fok naar de andere kant en snelheid maken. Op zich liggen we nu erg gunstig. We gaan overstag en we kunnen in een paar slagen de eerste boei ronden over stuurboord. We liggen op de 4e plek in het wedstrijdveld. Er doen 56 botters mee. dus wij doen het uitstekend.
We varen achter het eiland richting de tweede boei. We liggen nog steeds op de vierde plek als we bij de tweede boei komen, maar dan gebeurt er toch iets vreemds. De wind is volkomen weg. We liggen zo van de één op de andere seconde echt helemaal stil. Een beetje te dobbelen. Om ons heen beginnen sommige ‘hun’ botter te bomen. Sommige roeien zelfs de botter vooruit. Daardoor ‘zeilen’ ze ons toch nog voorbij. We horen ook zo nu en dan een motor aanslaan, de botter krijgt dan een zetje en dan gaat de motor weer uit. Ook die botters halen ons in.
We worden uiteindelijk afgeblazen op de 9e plek. Wij zijn het er niet mee eens, maar goed het was een leuke dag. Ondertussen begint het ook lekker te regenen. Omdat er dus geen wind is blijft de regen ook lekker hangen. Het is geen keiharde regen , maar van die druilregen. Na een tijdje ben je toch gewoon helemaal nat. Voor mij geen probleem. Ik heb mijn zeilpak aan, maar de gasten worden toch steeds natter.
Om half vijf leggen we aan in de haven van Elburg en nemen afscheid van de gasten. Ze hebben, ondanks de regen, toch ontzettend genoten en dat doet ons dan weer goed.