Het is tien over zes in de ochtend als de wekker gaat. Behoorlijk vroeger dan anders op zaterdag. Maar het is voor een goed doel. We vertrekken om zeven uur naar Giethoorn om met de punter van Giethoorn naar Elburg te varen, een tocht die de hele dag in beslag zal nemen.
Het weer is prachtig. Bijna geen wind (dat is dan weer minder), maar wel veel zon en dat is dan weer goed. Als we om acht uur het terrein bij Wildeboer opdraaien, zit Willem zelf al op de grasmaaier. Wij rijden de auto achteruit en parkeren bij de laatste deur van de loods waar de punter onder dak ligt.
We varen om 8:15 dan weg richting de Thijssengracht. Vanuit de Thijssengracht kom je op het Gieterse Meer. Het is een prachtige ochtend. Het is blak (geen wind en water lijkt een spiegel). We varen richting de Beulakerwijde. Dan moeten we oversteken naar Ronduite, maar om de één of andere reden komen we toch gewoon uit bij de Blauwe Hand. We zijn dus echt verkeerd overgevaren.
We hebben nog even een discussie maar dan gaan we toch echt naar Ronduite. Na een kwartiertje laten ik de mast zakken en we kunnen dan ook maar net (5 cm ruimte) onder het kleine bruggetje door. Dan varen we op de Arembergergracht. Deze gracht loopt dwars door Belt-Schutsloot en komt in Zwartsluis uit. Het ziet er echt prachtig uit. Wat een geluk om hier te varen.
Het is half elf als we bij de sluis van de Arembergergracht aankomen. Er staat een bord met ledlampen waarom zou kunne staan: Arembergersluis gestremd. Nu schiet me in eens te binnen dat ik bij het begin van de Arembergergracht dat bord ook heb zien staan. Wat een rare plek dacht ik toen nog. Ik had niet zo snel door dat het ging om deze sluis. Achteraf snap ik wel waarom dat bord al bij het begin staat. Anders vaar je vijf kilometer om dan te ontdekken dat je weer helemaal terug moet. We moeten nu in ieder geval even wachten en dan worden we geschut. Het water gaat een halve meter omhoog en naar een kleine tien minuten gaan de deuren weer open en varen we het Zwarte Water op.
Aan het einde van het Zwarte Water ligt een klein haventje (vluchthaven voor slecht weer). Daar gaan we even naar binnen om de zeilen voor elkaar te maken. De wind is ietwat aangewakkerd en we kunnen als we het goed inschatten geheel op de zeilen het Zwarte Meer over varen. Even zonder het geluid van een drammende motor om je heen.
De wind waait uit alle richtingen. We hebben zelf geen vaantje, maar sommige passerende zeilboten wel. Bij de ene boot staat het vaantje zo dat wij denken dat we eigenlijk voor de wind varen. Bij een ander lijkt het wel of we scherp aan de wind varen. Het blijft lastig. Ik moet regelmatig het zwaardje naar beneden duwen. Het zwaard ligt te los langs de punter waardoor er geen druk op komt te staan en hout drijft nou eenmaal, dus wil het van zichzelf steeds naar boven. Dan heb ik even pech. Er komt een grote golf en die spoelt gewoon de punter in. Er komt ook water op mijn camera. Ik baal er van. Het lijkt of het allemaal goed afloopt, maar later gaat de camera toch raar doen. Foto’s maken kan nog wel, maar de gehele bediening van het menu is nu onmogelijk. Misschien als ie eenmaal wat beter droog is dat het dan weer gaat werken, maar anders heb ik echt gewoon pech. We zeilen net voor een Staverse Jol die ons elke keer net lijkt in te halen, maar we lopen toch elke keer weer bij hem weg.
Bij de Ramspol komt er een einde aan ons zeilavontuur. De fok en grootzeil rollen we op en dan moet de mast naar beneden. We varen onder het vaste deel van de Ramspolbrug door. Bij de Ramspolbrug ligt ook de Balgstuw. Deze balgstuw moet het achtergelegen land beschermen bij opstuwend water. Gewoon water en lucht in een balg pompen en het water kan niet meer opgestuwd worden. Een eenvoudig en doeltreffend idee.
Eénmaal onder de brug door slaan we linksaf richting het Kattegat. Het is ondiep en omdat het water erg helder is kijk je zo op de bodem. Het is net of je met een vliegtuig over het oerwoud vliegt. De punter heeft een diepgang van 15 cm. Hoe dichter we bij ons doel komen, hoe ondieper het wordt. Het wordt zelfs zo ondiep dat we vast komen te zitten. Gelukkig heb ik mijn zwembroek meegenomen. Ik stap uit en zelfs met mijn lengte komt het water niet hoger dan mijn enkels.
De motor moet omhoog en het roer eraf. Beide zitten diep in de grond. Uiteindelijk moet ook Wim uitstappen. Hij krult zijn korte broek zo hoog op dat de pijpen niet nat worden. Het is even zoeken waar we ook al weer vandaan kwamen. We vinden dieper water en de punter drijft weer. We zijn net ontdekkingsreizigers van de ondiepten. We lopen met de punter als het ware om de zandbanken heen op zoek naar dieper water. Langs het riet blijkt het uiteindelijk diep genoeg te zijn om het roer er weer aan te hangen. Dan laten we de motor zakken en we varen weer verder na iets meer dan een half uur ploeteren en zwoegen. Volgende keer maar iets later linksaf slaan.
We varen richting het Ketelmeer en ronden dan de IJssel om het Vossemeer op te gaan richting Roggebotsluis. De wind is ondertussen aangewakkerd en we hebben hem pal tegen. Wim doet een dutje en ik lig lui onderuit achter het roer.
Bij Roggebotsluis worden we geholpen bij de sluis. Aan elke kant staat een assistent om de boten te begeleiden in de sluis. Blijkt heel veel trammelant te voorkomen en dan blijft het toch gezellig in de sluis. Wij liggen nu met één andere boot in de sluis, dus erg druk is het niet en veel trammelant levert dat ook niet op. Als de sluisdeuren open gaan, gaan we even het benzinetankje bijvullen. Dan weer verder en om 5 uur zijn we dan bij de brug van Elburg. Omdat we er bijna zijn ruim ik alles ondertussen vast op. Pak de tassen in en gooi alle losse rommel in één plastic tas.
Dan zijn we om kwart voor zes bij het landje waar de punter zijn ligplaats heeft. Nadat we de punter aan de steiger hebben gelegd halen we alle tassen en spullen uit de punter en leggen het dekkleed er over heen. Daarna even goed vastleggen op de plek.
We bellen de taxi (De vrouw van Wim komt ons ophalen) dat we opgehaald willen worden. Ondertussen vermaken we ons met vuur stoken in een mooi vuurduveltje.
Het is altijd lastig uitleggen waar het precies is, dus het duurt nog even voordat we ook echt in de auto naar huis zitten. We zijn uiteindelijk om kwart voor acht thuis. Iets meer dan 12 uur onderweg, maar het was de moeite waard.
Alle foto zijn te bezichtigen op