Elburg, 3 oktober 2010. Ook dit jaar brengen we de punter weer naar Wildeboer in Giethoorn. Ik had al even contact gehad met mijn buurman, maar door alle drukke agenda’s is het toch niet makkelijk een afspraak te maken.
Zondag 11 uur komt Wim even buurten met de vraag of we toch niet de punter weg kunnen brengen. Het is schitterend weer en er staat een geweldig mooie wind. Na een paar minuten praten, trekken we de stoute schoenen aan en vertrekken richting Elburg. We nemen onze zeilpakken mee, want we zullen het wel niet droog houden.
Teunie brengt ons naar Elburg. We pakken alles uit de auto. Het kleed van de punter, roer er achterhangen, accu aansluiten, benzinetankje aansluiten en dan starten maar. De motor doet het na enkele startpogingen. We starten electrisch. Dus na 3x drukken is het raak.
Om half één zwaaien we Teunie uit en varen richting de brug van Elburg. We gaan er zo’n 7 uur over doen is de inschatting. Met een beetje mazzel zijn we net voor donker in Giethoorn. Voor de zekerheid wel een zaklamp meegenomen. Kun je toch nog een beetje in het donker de weg vinden.
Het is prachtig weer. Vanaf de eerste minuut genieten we van het varen. Bij Roggebotsluis aangekomen moeten we wachten. We leggen de punter vast en na een kwartiertje kunnen we dan eindelijk de sluis invaren. Omdat we de mast plat hebben liggen, kunnen we bij het openen van de sluisdeuren al gas geven richting het Ketelmeer. We hebben de wind bijna van achteren en we hijsen lekker het fokje. Het waait denk ik zo’n windkracht 4 met uitschieters naar 5. De punter loopt goed.
Op het Ketelmeer aangekomen steken we de spriet in het grootzeil erbij en gaan we lekker halve wind richting het Zwarte Meer. Na de balgstuw bij de ramspol moet de mast weer naar beneden. Na de brug gewoon weer lekker verder zeilen. We zeilen samen met een andere boot (een oude saffier). De zeiler ziet zo’n klein puntertje gewoon zijn boot inhalen en dat zal hem toch niet gebeuren. Hij vaart eerst alleen met een gereefd grootzeil, maar als we dan bij hem weglopen rolt hij de fok ook maar uit en dan loopt hij ons weer voorbij. Een leuk kat en muis spelletje.
Op het Zwarte Water kijken we maar eens even in de benzinetank en de bodem is al behoorlijk in zicht. Onder het varen vullen we de benzinetank met de benzine uit het reservetankje. We hadden niet tien minuten later moeten kijken. Soms zit het mee. Om half zes komen we dan aan bij de Arembergersluis. Deze sluis geeft ons toegang tot het mooie achterland van Zwartsluis. Het blijft elk jaar weer een machtige verrassing. Als de deuren van de sluis dan open gaan, kom je in een heel andere wereld terecht. Echt geweldig.
Op de Arembergergracht kom je dan langs Belt-Schulsloot en vaar je uiteindelijk richting Ronduite. Daar is dan een erg lage brug en als wij er dan zo rond zes uur aankomen staan de lichten nog wel op rood. Volgens het bord zou de brug nog open moeten gaan, maar wij merken daar niets van. Dan op goed geluk er maar onder door. Voor de zekerheid had ik Teunie nog even gebeld en gevraagd of ze even op dit weblog kon kijken. Ik heb tenslotte al eens eerder iets geschreven over deze lage brug. Na enig zoekwerk staat er ergens op dit weblog dat we gewoon onder de brug door kunnen.
Na de brug komen we dan op de Beulakerwijde. We steken de spriet weer in het zeil, hijsen de fok en zetten de motor uit. Wat een rust en wat zeilen we lekker voor de wind richting de sloot naar Jonen. Tot ver in de sloot kunnen we zeilen. Als de wind echt achter de rietvelden zit halen we de spriet uit het grootzeil en laten we de fok zakken. De motor gaat weer aan en we koersen richting het Giethoornsche Meer. In de verte zien we nog een punter zeilen. Langzaamaan wordt het schemerig. De zon begint te zakken en dat levert de meest prachtige luchten op. Wat is dit toch genieten.
We varen rond half zeven de Cornelisgracht in en dan zijn we al bijna bij het eindpunt aangekomen. Nog drie bruggen te gaan en dan richting Wildeboer. We varen door de smalle sloot. Als we in het haventje aankomen worden we door een booteigenaar gewezen op het feit dat er alarm is aangelegd op de ingang van de loods. Dat we het weten. Anders slaat de schrik je om het hart. En inderdaad, als de boeg door de open deur vaart, dan gaat er een oorverdovend lawaai af. Gelukkig gaat het ook gewoon weer uit. Het is half acht en al echt aardedonker in de loods. We pakken de hoofdlamp erbij en vinden dan een leuk plekje om te liggen.
We hebben Teunie al gebeld. We halen alles weer uit de punter (benzinetankje, accu, reservetankje) en ik leg het dekkleed los over de spriet. Kan het mooi drogen. We lopen met onze tassen naar de weg en na een kleine tien minuten wachten komt Teunie dan de dam opgereden. We pakken alles in de auto en rijden dan terug naar Wezep.
Ook dit jaar kijken we weer met veel plezier terug op een schitterende zeildag. Volgend jaar varen we hem weer terug naar Elburg. Ik zie er nu al naar uit.