Dit jaar eindigt net als alle jaren met veel vuurwerk. Alleen is het nu erg anders dan anders. Er is heel veel, maar dan ook heel veel mist. We zien geen hand voor ogen en waar je elk jaar heel veel vuurwerk ziet, hoor je nu alleen maar iets. Ik denk dat het zicht beperkt is tot een meter of 5-10. Als we voor het huis staan dan zie je zelf de straat niet meer. Heel bijzonder.
Vuurpijlen verdwijnen in de mist en je hoort de knal maar ziet niets.
De kinderen hebben al het vuurwerk in de afgelopen dagen al afgeschoten. Bij ons voor de deur lijkt het op 30 en 31 december al wel op 1 en 2 januari. Overal liggen de resten van vuurwerk al verspreid over de straat en het speelterreintje. Om kwart voor twaalf schiet Karel een pakket met 300 vuurpijltjes af. Het maakt veel lawaai en het duurt toch zo’n tien minuten voordat ze allemaal afgeschoten zijn. Floris heeft nog wat Romeinse kaarsen en wat tolletjes. De rest is al weg. Gelukkig heb ik net als vorig jaar niet veel gekocht. Het blijft gewoon zonde van je geld.
De buren hebben een vuurwerk-pakket van 100 euro gewonnen en die hebben dan ook een aantal leuke dozen, die door de mist een beetje de mist in gaan. Ook het tradionele carbid schieten (de buren hebben een melkbus) gaat niet door. Vroeg in de avond is er al wel een paar keer geoefend en het blijft fascinerend. Je gooit water op een soort steen en dan komt het gas vrij. Daarna een vuurtje erbij en dan een oorverdovende knal. De bal die op de melkbus zit (vroeger gewoon de deksel van de melkbus) vliegt een paar honderd meter de straat in.
We gaan nog even gezellig bij de buren kletsen en om half twee gaan we naar huis en het bed in. De kinderen lopen nog rond en ik hoor Coen nog binnen komen (2 uur of zo), maar Karel zie ik pas de volgende morgen.