We worden opnieuw wakker met een prachtige zonsopkomst. De dauw ligt op het dekkleed en de zon schijnt al lekker. Het goud ligt op het water.
We ontbijten weer lekker achterop de boot met de zon in ons gezicht. Het is onze laatste hele dag en dus nog even genieten. We varen naar het Sneekermeer en gaan daar nog even zeilen. We gaan nog even op anker liggen, zodat we lekker nog even kunnen zwemmen.
Tegen het einde van de middag moeten we nog even naar Sneek. We moeten diesel tanken en we moeten nog de laatste boodschappen doen. Bij binnenkomst staat er een verradelijke draaiwind en er zijn windvlagen. We zien een plekje waar we wel tijdelijk kunnen liggen. Ik vaar richting het steigertje en het gaat nog maar net. Teunie springt van de boot en we raken met de boegspriet heel iets de reling van een motorjacht. De eigenaar komt een beetje sloom op gang en dan geeft ie ook wel toe dat hij ook even had kunnen helpen. Hij veegt nog een keer over de schade heen en alles is weer goed. Toch niet zo’n handig plekje. Ik geef gas achteruit en vaar weg van de steiger. Tot mijn verbazing zie ik Teunie nog op de steiger staan. Is ze niet mee aan boord gekomen. Toch nog een keer aanleggen bij dezelfde steiger. Nu gaat het helemaal perfect, maar we varen toch weer verder.
Uiteindelijk leggen we aan de overkant onze boot vast. Het is nog een heel gedoe, omdat onze boot best breed is en we dus met veel stootwillen moeten werken om niet tegen onze buurman aan te botsen.
In Sneek koop ik nog even bootschoenen (veel grip en makkelijke instappers) en Coen krijgt ook nieuwe schoenen. Volgens hem niet nodig. Om half zes varen we weer richting Sneekereiland om daar de laatste avond nog even te genieten van de luchten.
We gaan voor de laatste keer uit eten in het restaurant op het eiland. Het is er behoorlijk druk en veel gerechten zijn ook al niet meer te verkrijgen. Maar dat mag de pret niet drukken en dat doet het ook niet.
Omdat het morgen de laatste dag van het skutsesilen is, wordt het waarschijnlijk druk in de haven. Ik moet dus met de boeg naar voren op de steiger liggen. De boegspriet steekt dan over de steiger. Al na 5 minuten komt de eerste diepFries al met een opmerking. Dat kan toch niet, is toch levensgevaarlijk,je zult er maar over heen vallen en zo gaat ie nog wel een tijdje door. Ik praat leuk met hem mee, maar ik doe er niets aan. Nadat er zes mensen over gezeurd hebben bevestig ik op de top een lampje. Kunnen ze er in ieder geval in het donker niet meer over struikelen.
Picasaweb: zevende dag