Als we (laat) wakker worden regent het nog steeds. De temperatuur is goed, maar de regen moet er gewoon niet zijn. Eerst maar eens even lekker rustig en langzaam ontbijten. Daarna douchen. Even lekker fris worden. Na drie dagen in een regenpak, begin je vanzelf te stinken.
Daarna koffie drinken en even bedenken wat we vandaag gaan doen. Vandaag is de wedstrijd op het Heegermeer en de Fluessen. Eerst maar weer eens boodschappen doen. We moeten weer van alles en nog wat hebben.
Om elf uur gaan we dan even naar de palingaak kijken. Wat een joekel van een boot. We krijgen een rondleiding. Er is nog een filmpje van twee minuten waarop de palingaak te zien is op zijn vaste ligplaats in London. Erg indrukwekkend de bouw van zo’n schip.
Na de lunch even de stad om gewoon wat te kijken in de diverse winkeltje. Het is ondertussen gestopt met regenen (je vraagt je bijna af of het ooit nog zou stoppen). Ik wilde altijd al zo’n echte zeilbroek hebben. Nu met al die regen is daar mooi de gelegenheid voor. Ik pas een Helly Hansen en daarna een Musto. De laatste broek zit me beter en is ook van een betere kwaliteit. Die wordt het dus. Als ik mijn zeiljas even op haal spreekt de havenmeester mij aan. Of we nog vertrekken. Hij was daar wel min of meer van uitgegaan. Ik loop terug naar de winkel en deel met Teunie de mening van de havenmeester.
We vertrekken. De dektent eraf en motor aan. Ik trek natuurlijk mijn net gekochte zeilbroek aan en stuur van de kant af. We draaien iets verderop de boot. Als we dan eenmaal gedraaid zijn, komt er toch een grote motorboot aangevaren. De boot is wel net zo breed als het kanaaltje waarin hij vaart. Voor ons geen plek meer dus. Dan gaan het mis. Een enorme windvlaag duwt de boot de verkeerde kant op en we varen ‘bijna’ tegen een aan de kant gelegen rubberboot aan. Door kordaat optreden van Teunie en Karel wordt erger voorkomen. De wind heeft de boot gewoon weer gedraaid. Dus in de herkansing dan maar. Weer draaien en nu komt het goed. We varen de haven uit en gaan richting Sloten. Eerst naar Woudsend via de Woudsender Rakken, een bochtige sloot. Op het Slotermeer hebben we de wind in de rug. Het is een flinke wind en we besluiten het fokje te hijsen. Het grootzeil lijkt ons iets te gewaagd. We hebben dus ons eerste zeilmoment. Motor uit en geen geluid. Echt lekker rustig.
Langs de kade van Sloten is nog een plek voor onze boot. We draaien de boot met de kop op de wind en leggen dan mooi rustig aan. We worden weer geholpen door de beide ‘buurmannen’ en ze geven ons de nodige tips voor aanleggen. Ik laat het over me heenkomen. Goed bedoelde adviezen moet je nooit in de wind slaan.
Wat een geluk. Vlak naast de kade is een patatzaak en je raadt het al. De jongens hebben zin aan een patatje. Gisteren voor het laatst patat gegeten, dus het moest er ook maar weer eens van komen.
Na het eten lopen we met z’n allen even om het stadje Sloten. Wat een mooi stadje is het toch. Het lijkt een ontworpen stad, maar is bij toeval gewoon zo gebouwd. Zonder plan dus. En ook zo mooi bewaard gebleven.
‘s Avonds drinken we nog even wat met elkaar in ‘t Bolwerk, een leuk restaurantje. Skutsjesilen op de Fluessen is uiteindelijk afgeblazen. Te veel wind.
Picasaweb: Palingaak, vierde dag.