Vandaag is het dan echt zo ver. De botter gaat onder zeil. Misschien niet wat je denkt, maar het dekkleed erop. De zeilen eraf. De winterstand. We spreken af om half elf in Elburg.
Eerst breng ik Floris nog even weg naar een vriendje in IJsselmuiden. Het vriendje wil graag dat Floris blijft eten (avond) en zijn moeder vraagt of ik het goed vind. Het antwoord is natuurlijk: JA. Floris springt een gat in de lucht.
Het is kwart voor elf als ik aankom bij de botter. Ik bel mijn zwager, maar zie hem dan ook net met een grote kar het terrein van de botterstichting oprijden. Het is redelijk weer en we drinken eerst een lekker bakje koffie. Het is tenslotte onze vrije zaterdag.
De zwaarden van de botter moeten er ook af en toevallig ligt er naast de botter een schuit waarop een hijskraan is gemonteerd. Het schip is van Pieter de Jong (Managing Director van ESBship.nl (De Elburger Scheepsbemiddeling B.V.)). Henk belt met Pieter en die wil ons wel even komen helpen.
In afwachting van Pieter halen we het grootzeil en de fok al van de botter. Wat zijn het toch zware en grote zeilen als je zo oprolt en van de botter op de kade moet tillen. De fok is nog wat nat en die hangen we nog even te drogen.
Dan komt Pieter. Hij zegt nog niet vaak op het kraantje gezeten te hebben (eigenlijk nog nooit), maar goed eens moet de eerste keer zijn. Eerst het rechter zwaard eraf en dat gaat best goed. Dan blijkt het linker zwaard toch te ver weg te zitten voor het kraantje. We zijn met z’n vieren en met de dirk en later met de kluiverval lukt het om ook het bakboord zwaard in de kar te leggen.
Voor de hulp bieden we Pieter een biertje aan. Het bier is nog van de botterdagen van Elburg overgebleven. Ik drink gewoon een bakje zwarte koffie mee. Ook een soort bier (haha). Het is erg gezellig zo al kletsen in het vooronder. De tijd vliegt aan ons voorbij. Maar het is tenslotte onze vrije zaterdag. Om half twee gaan we toch echt verder, maar eerst halen we een “lekkerbekje†bij de visboer. De visboer lijkt ook wel een vrije zaterdag te hebben. We moeten erg lang wachten op ons visje, maar het is tenslotte onze vrije zaterdag.
Na de vis rijden we nog even naar het huis van de schoonmoeder van mijn zwager (mooi he die familieverbanden) en om het nog duidelijker te maken, de eigenaresse van de botter. We leggen de zeilen in de garage en halen de beugels uit het schapenschuurtje.
Dan begint het te regenen. Dat is wel jammer, maar het is niet anders. Aangekomen bij de botter zetten we de beugels op de mast en leggen we het dekkleed over de botter. Met elastieken zetten we te kleed vast. Is al met al nog een redelijk zwaar werkje. Maar langzaamaan zitten alle elastieken vast aan de botter.
Ik pak mijn spullen weer in en heb toch weer een lekker zaterdag gehad. Ik stap om half vijf in de auto en rij naar Wezep. Volgend jaar de tent er weer af en weer lekker zeilen. Ik heb er nu al zin aan.