Vandaag ben ik alleen met de kinderen. Ik sprak mijn collega Robert (ook die zit de hele dag alleen) en hij ging met zijn tweeling naar ballorig in Hattem. Ik vraag het aan Floris en die staat direct te springen. “Wanneer gaan we?” is zijn eerste reactie. Daarna komt de vraag: “Mag Jefta ook mee?”. Jefta is een buurjongetje en zijn vriendje.
Ballorig is om tien uur open en we rijden er vanuit ons huis in een kleine tien minuten naar toe. We parkeren, betalen bij de kassa en de jongens scheuren naar binnen. De schoenen uit en gaan met de banaan. Robert zit al aan één van de gezellige tafeltjes te lezen in een Quest, een erg leuk tijdschrift trouwens. We bestellen een bakje koffie en voor hem een colaatje. Gezien zijn leeftijd drink je dan nog geen koffie. Dat komt wel als hij wat ouder is.
We zien de kinderen niet of nauwelijks. Floris heeft zijn gymkleren aangetrokken onder zijn eigen kleren en dan blijkt niet voor niets. Na een klein half uurtje heeft hij het al zo warm dat ie gewoon rondloopt in zijn gymkleren. Alle kinderen hebben na een tijdje een rode kleur van de inspanning. De kinderen (een tweeling) van Robert (Judith en Claudia) zitten zo nu en dan, om uit te rusten, even gezellig met z’n tweetjes een computerspelletje te doen. Iets wat ze thuis niet kunnen, omdat ze geen computer hebben (echt wel). Is wel lachen. Rij je 5 kilometer met de auto, betaal je entree (€6,50 p.p.) en dan zit je achter een computer. Floris en Jefta komen geregeld 50 eurocent vragen voor de flipperkast.
Leuk is een space shuttle baantje op zo’n 4 meter hoogte. Je stapt in een een leuk karretje. Dat karretje ziet er dus uit als een space shuttle en dan trap je hem rond over een rails. Er zit een speciale sluiting op de deurtjes zodat je ze tijdens het rijden niet open kunt doen. Levert wel weer een discussie op wat te doen bij brand, maar goed niet te lang over hebben. Er komt toch geen brand.
We eten rond 12:00 uur even wat. Robert en zijn kinderen patat en Floris en Jefta een pannenkoek. Ik eet niets, want dat mag niet van Sonja (HaHa). Ik eet een appeltje. De pannenkoek is in een recordtempo weggewerkt. Gelukkig heb ik een nat washandje (in een zakje) meegenomen. Kunnen ze even de stroop van het gezicht en handen halen.
We krijgen behoorlijk zitvlees. Wij zijn zelf echt actief. We hangen op een stoel, drinken koffie en cola en kletsen wat. We zijn net een stelletje oude wijven. Om half drie is het zitvlees op. We pakken de boel bij elkaar en verlaten met een ijsje “Ballorig Hattem”. Het is echt lekker weer buiten. Gelukkig zaten wij binnen.
We rijden naar huis. De jongens babbelen nog even wat na over hoe leuk het wel was en om kwart voor drie zijn we weer thuis.